Vakantiedagen – claim tegen staat toegewezen

Werknemers die na een periode van ziekteverzuim zijn ontslagen, kunnen alsnog uitbetaling van vakantiedagen claimen bij de Nederlandse Staat. Het gaat om een mogelijke claim van minimaal 80 miljoen euro. De oorzaak is een Europese richtlijn die niet goed in de Nederlandse wet was verwerkt.

Dit blijkt uit drie uitspraken van de kantonrechter in Den Haag (zie onder meer Rechtbank ‘s-Gravenhage, 6 februari 2012, LJN: BV 7212). Deze uitspraken zijn inmiddels door het Gerechtshof en ook door de Hoge Raad bekrachtigd. De werknemers kregen naar Europees recht te weinig vakantiedagen uitbetaald bij ontslag. De werkgever hield zich aan de Nederlandse wet (artikel 7:635 lid 4 BW), maar die was strijdig met een Europese richtlijn (artikel 7 van Richtlijn 2003/ 88 uit 2003 die op dit punt overigens niet afweek van de oorspronkelijke Richtlijn 93/104 uit 1993). De Nederlandse wetgeving is sinds 1 januari 2012 aangepast en in overeenstemming gebracht met de Europese Richtlijn.

Recht op vakantie met behoud van loon.

Volgens de Europese richtlijn heeft iedere werknemer jaarlijks recht op tenminste vier weken doorbetaalde vakantie. Een periode van ziekte staat opbouw van vakantiedagen niet in de weg. In het Nederlandse Burgerlijk Wetboek stond tot 1 januari 2012 echter dat een werknemer na een lange periode van ziekteverzuim over de laatste zes maanden ziekte vakantiedagen opbouwden. Wie dus een jaar ziek was voorafgaand aan ontslag, bouwde slechts de helft van het jaarlijkse aantal vakantiedagen op. Dit is vooral van belang voor mensen die na twee of meer jaar ziekte werden ontslagen. Bij langdurige ziekte bouwden zij dus veel minder vakantiedagen op dan andere werknemers.

Rechtspraak

In 2001 bepaalde het Hof van Justitie EG in het Bectu-arrest reeds dat het vakantierecht niet afhankelijk mag worden gesteld van het daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden. Het Hof van Justitie EG bepaalde dat de richtlijn de lidstaten de plicht (“een duidelijke resultaatsverbintenis”) oplegt maatregelen te treffen om alle werknemers jaarlijks met behoud van loon tenminste vier weken vakantie te laten opnemen. Lidstaten mogen voorwaarden verbinden aan de manier waarop vakantierechten worden toegekend of uitgeoefend maar mogen de rechten zelf niet uitsluiten. De minimumperiode kan volgens artikel 7 lid 2 van de richtlijn niet door een financiële vergoeding worden vervangen, behalve in geval van beëindiging van het dienstverband.

In het arrest Schultz-Hoff uit 2009 is expliciet overwogen dat artikel 7 lid 2 van de richtlijn in de weg staat aan nationale bepalingen of gebruiken volgens welke geen recht op vergoeding van vakantiedagen bestaat voor zieke werknemers die uit dienst gaan.

Lidstaten mogen wel voorwaarden verbinden aan de wijze waarop de vakantie wordt genoten maar mogen het universele recht vakantie met doorbetaling van loon niet uitsluiten voor een deel van de werknemers, dus ook niet voor zieke werknemers.

Wanneer is de Staat aansprakelijk?

De Nederlandse staat kan in twee gevallen op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk worden gesteld voor schade die het gevolg is van wetgeving in strijd met Europese richtlijnen:

  • indien de richtlijn niet binnen redelijke termijn in de wet wordt geïmplementeerd, globaal gesproken een termijn van twee jaar;
  • indien de Staat de grenzen van haar beoordelingsbevoegdheid (discretionaire bevoegdheid) kennelijk en ernstig heeft miskend.

De Nederlandse staat stelt dat zij niet aansprakelijk is omdat volgens haar pas vanaf 2009 (het arrest Schultz-Hoff) duidelijk was hoe zij de Europese richtlijn moest interpreteren. De Haagse rechter heeft geoordeeld dat al in 2001 na het arrest Schultz-Hoff duidelijk was hoe groot de afwijkingsbevoegdheid voor de Staat was.

Vanaf 2001 was volgens de Haagse rechter dus duidelijk hoe de richtlijn moest worden geïnterpreteerd. Dat er in 2003 een nieuwe gelijkluidende richtlijn kwam waarover pas in 2009 het arrest Schulz-Hoff was gewezen was volgens de Haagse rechter dus niet relevant.

Hoger beroep

De Nederlandse Staat gaat in hoger beroep. De Nederlandse Staat tekent hoger beroep aan tegen de uitspraken van de kantonrechter. Zij stelt dat er sprake was van een regulier interpretatieverschil en dat zij vanaf 2009 alles in het werk heeft gesteld om de wetgeving aan te passen aan de wet- en regelgeving. Het is dus niet zeker of de vonnissen van de Haagse rechter in stand blijven. Wel is het zaak tijdig de vereiste juridische stappen te nemen.

Verjaring/ Klachtplicht

De verjaringstermijn voor vorderingen uit onrechtmatige daad is vijf jaar nadat de benadeelde met de schade en de aansprakelijke persoon bekend geworden is. Daarnaast geldt uiteraard nog de klachttermijn. Als u ontevreden bent moet u snel klagen. Zie ook: het belang van tijdig klagen.  Over de precieze verjaringstermijn en klachttermijn is het laatste woord nog niet gezegd.

Verstrekkende gevolgen

Evert Verhulp, hoogleraar arbeidsrecht, voorziet verstrekkende gevolgen. ‘Allen die na een lange periode ziekte zijn ontslagen en daardoor een beperkt aantal vakantiedagen kregen uitbetaald, kunnen hier een beroep op doen. Zij kunnen uitbetaling van de vakantiedagen waar ze recht op hadden claimen bij de Staat. Niet bij de werkgever, want die hield zich aan de wet’, zegt Verhulp.

30 duizend mensen of zelfs meer?

Uit een door de Volkskrant gepubliceerd overzicht van uitkeringsinstelling UWV blijkt dat alleen al sinds januari 2007 maandelijks gemiddeld vijfhonderd mensen na twee jaar ziekte zijn ontslagen. In totaal gaat het dan om zo’n 30 duizend mensen. Als zij een vergelijkbare claim hebben als de ex-werknemer van het Haagse transportbedrijf dan gaat dat de Staat zo’n 80 miljoen euro kosten.
Het UWV wijst erop dat ook via de kantonrechter en ‘met wederzijds goedvinden’ jaarlijks tienduizenden werknemers afscheid nemen van hun werkgever. Ook daarbij kan na ziekte van de werknemer een te lage vergoeding voor vakantiedagen zijn afgesproken. Ook deze mensen kunnen een claim indienen bij de Staat. Als gezegd kan het ook om aanzienlijk meer dan 30 duizend mensen gaan.

Advocatenkantoor Both op radio 1

Op 16 maart 2012 was arbeidsrecht-advocaat Koen Both van Advocatenkantoor Both te gast bij radio 1 in het programma degids.fm. Hij gaf commentaar op de vakantiedagenclaim van zieke werknemers tegen de staat.

Wat te doen?

Wilt u vakantiedagen claimen bij de Staat? Een aansprakelijkstelling kan worden gericht aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is wel van belang juridisch advies in te winnen over de inhoud van de aansprakelijkstelling. Bent u tijdens ziekte ontslagen en zijn niet de normale vakantiedagen uitbetaald? Heeft uw werkgever uw loon of overuren niet volledig uitbetaald? Wilt u achterstallig loon claimen of wilt u overuren claimen bij uw voormalig werkgever? Advocatenkantoor Both is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en kan u helpen bij het halen van uw recht.

Bent u met uw werkgever in onderhandeling over het einde van het dienstverband? Maak dan ook goede afspraken over de uitbetaling van vakantiedagen en overuren. Zie ook: afspraken over ontslag. De ervaren onderhandelaars van Advocatenkantoor Both checken de aan u voorgelegde beëindigingsovereenkomst (ook wel vaststellingsovereenkomst genaamd) en zorgen dat u een correcte eindafrekening ontvangt.